Phillip werd geboren te Amsterdam op 26 februari 1930. Zij ouders waren David van Praag en Esther van Praag-de Groot.
Zij woonden in Amsterdam Korte Meerhuizenstraat 7 I. Hij verbleef in het kinderhuis aan de Welgelegenlaan 29.
De leiding van het huis, waar een aantal Joodse kinderen waren ondergebracht, was in handen van de ‘tantes’ Bep en To Holst. Op 15 november 1943 werden de kinderen opgepakt en samen met de dames Holst naar Amsterdam vervoerd.
De kinderen werden van Amsterdam naar Westerbork gebracht op 17 november 1943. Zeven van hen werden vandaar op 8 februari 1944 naar Auschwitz vervoerd.
Philip was zoon van Abraham van Praag en Branca van Praag-Velleman. Beden kwamen om respectivelijk in Midden-Europa op 31 maart 1944 en Sobibor op 21 mei 1944.
Philip werd in Auschwitz omgebracht op 11 februari 1944. Hij bereikte de leeftijd van 14 jaar. Een kind dat nog thuis woonde heeft de oorlog overleefd.
De dames Holst worden naar kamp Vught gebracht waar zij beiden het bunkerdrama mee maken. Tante Bep heeft dit niet overleefd.
Op 7 juli 1944 wordt tante To vrijgelaten, gebroken door alles wat zij heeft meegemaakt.